Klein Engelbert
Aan de rand van Groningen realiseerde vector-i Klein Engelbert, een basisschool als een dorp voor kinderen. De historische lintbebouwing van Engelbert bleek een vanzelfsprekend vertrekpunt, zowel voor de opgave van de school zelf, als voor de verbinding met de landschappelijke context.
Langs de Woldjesspoorweg vormde zich een collectie archetypische huizen, spontaan rondom een nieuw plein tot school geordend – als een dorp in het dorp. Hoewel de plek de ruimtelijke kwaliteit vertoont die kenmerkend is voor historische lintdorpen, zorgde deze eigenschap ook voor een lichte spanning tussen omgeving en opgave.
Door de verbinding met het Multifunctioneel Centrum en het voetbalveld – voor het dorp ruimtelijk gezien relatief grote publieke programma's – was de functionele opzet in elk geval uitdagend te noemen in relatie tot het kleinschalige landschappelijke karakter van het gebied. De ingreep moest zich tenslotte voegen in een historische structuur waarvan bebouwing, landschap, straten en begroeiing een fraai afleesbaar cultureel en ruimtelijk geheel vormen.
Een even ingetogen als bewezen beginsel vormde daarom de basis van het ontwerp-concept. Elke ruimte, elk lokaal, kreeg een huis-vormig bouwvolume, waarmee een cluster ontstond die een zorgvuldige relatie legt met de schaal van de omgeving. Tegelijkertijd was die onderverdeling in kleine eenheden een adequate wijze om het programma op een ongedwongen en samenhangende manier te orderen, waarbij telkens de individuele ruimtelijke behoeftes nauw verweven zijn met de collectieve kwaliteiten van een schoolgebouw.
De lokalen zijn dusdanig losjes geordend, dat ze bijdragen aan een sterk geheel; een L-vormige plattegrond waarmee een eenduidig front naar de straat en een semi-besloten plein wordt gevormd. De school bouwt zodoende voort op de hoofdvorm van het Multifunctioneel Centrum, verzacht de forse schaal ervan zelfs enigszins, maar voorkomt dat beide gebouwen te veel als één complex te ervaren zijn en de voor deze landschappelijke context kenmerkende ruimte tussen de hoofdmassa’s teniet zou worden gedaan. Maar naast een goede verstandhouding van het gebouw met de plek was de grootste winst van het gehanteerde vormprincipe ongetwijfeld de interne organisatie, waarbij de lokalen niet alleen buiten maar ook binnen een ruimtelijk ‘hart’ omarmen.
De ‘basishuizen’ hebben zo een directe relatie met de leerpleinen, gangen en ontsluiting, en dus met de semi-omsloten buitenruimte, naast het feit dat ze allemaal als heuse ‘doorzonwoningen’ een eigen deur naar buiten hebben. De voor kinderen fijne, vloeiende en geleidelijke overgangen tussen de privé-ruimtes van de lokalen, de collectieve geborgenheid van de leerpleinen en de publieke ruimte van de veranda en het semi-openbare plein – voordat de buitenwereld zich aandient – is een treffende analogie met de basisstructuur van het dorp, waar de samenhang vloeiend is en ruimtelijke overgangen altijd kleine stappen vormen.
De geleidelijke ruimtelijke opbouw van de school maakt een keur aan configuraties voor samenwerkend leren mogelijk. Dankzij de bondige, eenduidige hoofdvormen en de nauwe verweving van individuele, collectieve en publieke ruimtes kon het complex als geheel compact worden uitgevoerd. Door de bescheiden maat is het gelukt de huizen daadwerkelijk in hout op te bouwen, wat het primaire materiaal voor de constructie biobased en circulair maakt, ten gunste van een gezond binnenmilieu.
Daarnaast was er genoeg plek voor zonnepanelen, waarmee het gebouw energie-neutraal is gemaakt. De meest bestendige kwaliteit van het gebouw lijkt echter het gekozen model, dat binnen de huidige opzet in de toekomst gemakkelijk is uit te breiden, maar bovenal een ontspannen plek inneemt op de grens van een rijke culturele en landschappelijke context.
Oplevering | 2023 |
Opdrachtgever | Openbaar Onderwijs Groningen |
Constructeur | Dijkhuis ingenieurs |
Adviseur installaties | BS-installaties |
Bouwkunding aannemer | Vriesbouw |
Fotograaf | Ronald Zijlstra |